Gedenkmonument - 21 februari 1927
Op 25 februari 1677 vertrok vanuit de Paviljoensgracht een rouwstoet met zes koetsen naar de Nieuwe Kerk aan het Spui. Hier werd Spinoza’s lichaam bijgezet in het huurgraf nr. 162, vlakbij het graf van de vermoorde raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis (Rampjaar, 20 augustus 1672). Dat Spinoza begraven werd in deze protestantse kerk, vindt zijn oorsprong in de banvloek die in 1656 over hem was uitgesproken door zijn eigen Joodse gemeenschap in Amsterdam. Daardoor kon hij niet op een Joodse begraafplaats begraven worden.
Na ruiming van het huurgraf in 1738, werd mogelijk zijn gebeente onder de grond van de kerktuin verspreid. Gaandeweg had een netwerk van Spinozisten daar geen vrede mee en werd er achter de kerk een gedenksteen gerealiseerd. Ter herdenking van Spinoza’s 250ste sterfdag (21 februari 1677) onthulde Johan Carp op 21 februari 1927 de grondplaat met Latijns opschrift, vertaald als: Deze aarde dekt het gebeente van Benedictus de Spinoza, oudtijds in de Nieuwe Kerk begraven. Boven de spreuk prijkt het gebeitelde ovaal van Spinoza’s zegel CAUTE.
Foto: Kranslegging door de Franse gezant De Marcilly, 1927.
Toevoeging - 3 september 1956
Ter nagedachtenis aan de banvloek over Spinoza in 1656, werd op 3 september 1956 het verticale Amcha Monument aan de grondplaat toegevoegd.
Het initiatief kwam van een particulier, de heer H.K.F. Douglas uit Rijswijk. Ongeveer 125 personen woonden de onthulling bij, onder wie de Israëlische ambassadeur en een delegatie van de Nederlandse regering, maar geen vertegenwoordigers van de Nederlands-Joodse gemeenschap.
Foto: Onthulling van het Amcha Monument.
Op het spreekgestoelte: Melech Ravitch, voorzitter van het Spinozaeum te Haifa.
Naast hem: H.K.F. Douglas, mevrouw IJssel en J.J.R. Schmal, CHU-Tweede Kamerlid – tevens voorzitter van het comité Pro Sepulchro Spinozae.
Amcha - uw volk
Het Amcha Monument werd vervaardigd door beeldhouwer J.G. Wertheim. De verticale steen toont het portretreliëf van Spinoza met het gebeitelde woord CAUTE. Daaronder een zwarte basaltsteen met het Hebreeuwse woord Amcha (uw volk). Deze steen kwam uit de bergen van Galilea en was een geschenk van het Spinozaeum uit Haifa.
Foto: Amcha Monument, 1956
Caute - voorzichtig
Als staatsgevaarlijk vrijdenker hanteerde Benedictus de Spinoza zijn levensmotto CAUTE (voorzichtig), want de 17de -eeuwse Republiek der Verenigde Nederlanden was minder tolerant dan wel gedacht wordt. Ook de kerkenraden van de Nederduits Gereformeerde Kerk vormden een politiek machtsblok. Omdat zijn eerste hoofdwerk Theologisch Politiek Traktaat (1670) een scherp pleidooi was voor scheiding tussen kerk en staat, liet Spinoza het anoniem uitbrengen. Bekend is ook zijn waakzaamheid toen hij in 1675 zijn voltooide levenswerk Ethica ter publicatie naar zijn drukker/uitgever Jan Rieuwertsz bracht. Al snel ging het gerucht dat de ‘atheïst’ Spinoza weer een boek zou uitgeven. Stadhouder Willem III ontving klachten van theologen en de Haagse Kerkenraad wilde een resolutie tegen hem uitvaardigen. Daarop besloot Spinoza de uitgave stop te zetten, waardoor de Ethica pas na zijn dood is verschenen.
In 1974 werd het gedenkmonument samen met het kerkterrein Spui 175 als Rijksmonument (nr. 17997) opgenomen in het Monumentenregister.
Foto: Samengesteld gedenkmonument achter de Nieuwe Kerk, 1927/1956.
Spinosus - doornachtig
Spinoza’s lijfspreuk CAUTE (voorzichtig) was onder meer verwerkt in zijn zegel.
De grondplaat van het gedenkmonument toont een gebeitelde vorm van de zegel, met daarin de initialen BDS en de afbeelding van een bloeiende roos met doornen. Dit beeld zou refereren aan het Latijnse woord Spinosus dat doornachtig betekent.
Spinoza’s gedenkmonument in Den Haag is een meervoudig eerbetoon aan de grote filosoof, wiens invloedrijke gedachtegoed nog altijd actueel is en wereldwijd bestudeerd en besproken wordt.
Foto: Spinoza’s zegel, gebeiteld in de grondplaat van het gedenkmonument.