Wie is Spinoza ?

Benedictus de Spinoza wordt beschouwd als een van de invloedrijkste filosofen van het westerse denken. Hij bepleitte vrijheid van godsdienst en meningsuiting en scheiding van kerk en staat. Met wiskundige grondigheid toonde hij aan dat de waarheid en het menselijk geluk alleen via de rede te bereiken zijn. Spinoza
is een van de belangrijkste grondleggers van de Radicale Verlichting. De denker die God gelijkstelde aan de natuur, de filosoof van tolerantie en het gezonde verstand.

Wie was Baruch of Bento de Spinoza als kind en jongeling? Wie was Benedictus, de man die op 44-jarige leeftijd overleed op een zolderkamer? Deze pagina leidt
u naar de sporen in zijn geboortestad Amsterdam, zijn woonsteden Rijnsburg en Voorburg, en tot slot naar zijn woon-, werk- en sterfstad Den Haag.
Heldere informatie geeft ook deze filmregistratie  ‘Wie was Spinozavan NTR/Klokhuis.

Amsterdam

Baruch de Spinoza en familie
Baruch d’Espinosa werd op 24 november 1632 in Amsterdam geboren als derde kind van Michael en Hanna Debora. Zijn ouders waren Sefardische Joden, als zovelen naar Amsterdam gevlucht voor de inquisitie in Portugal. Bento (zijn Portugese roepnaam) ontving een traditioneel Joodse opvoeding. Toen hij vijf jaar was stierf zijn moeder, zijn vader bleef achter met vijf kinderen en hertrouwde drie jaar later. Baruch kreeg een gedegen opleiding aan de Talmoed Tora. Als begaafde leerling van rabbijn Saul Levi Morteira leek hij voorbestemd om ook rabbijn te worden. Het liep anders. Al op jonge leeftijd begon hij met zijn kritische geest de zin van de Joodse rituelen en de goddelijke oorsprong van de bijbel in twijfel te trekken. Hij ontkende het bestaan van wonderen. De bijbelteksten waren volgens hem niet door God, maar door mensen geschreven en de Joodse rituelen en voorschriften zag hij als bijgeloof. Spinoza’s God was geen transcendente vaderfiguur die strafte en beloonde, maar een ‘substantie’ waarin de natuur en het denken een onverbrekelijke eenheid vormen.

Banvloek 1656
Na het overlijden van zijn halfbroer Isaac in 1649, stapte Spinoza in het familie-bedrijf dat handelde in zuidvruchten. Op de handelsbeurs maakte hij kennis met vrijzinnige christenen. Zijn dissidente denkbeelden en ook het feit dat hij de schulden uit de erfenis van zijn vader († 1654) niet aanvaardde, leidden ertoe dat op 27 juli 1656 in de synagoge een banvloek over de 24-jarige Baruch werd uitgesproken. Hij werd voorgoed verstoten uit de Joodse gemeenschap. Vanaf dat moment veranderde hij zijn naam Baruch in Benedictus; beide betekenen ‘gezegende’. Na de banvloek bleef Spinoza nog een paar jaar in Amsterdam. Hij nam Latijnse les bij de voormalige jezuïet Franciscus van den Ende en onderhield nauwe contacten met aanhangers van de filosoof Descartes, zoals Lodewijk Meyer en Adriaen Koerbagh. Zij behoorden tot de collegianten, vrijdenkers die bijeenkwamen om de bijbel te bespreken. Onder hen was ook Jan Rieuwertsz, zijn latere drukker/uitgever. Toch voelde Spinoza zich niet echt veilig in Amsterdam.

Foto boven:
schilderij ‘Geëxcommuniceerde Spinoza’, 1907. Kunstenaar: Samuel Hirszenberg. 
Foto onder: ets ‘Spinoza en de ban’, 1975. Kunstenaar: Harry van Kruiningen.

foto - web DHSPINOZASTAD 1- Wie was Spinoza 2 -Spinozahuis Rijnsburg-WEB

Rijnsburg • 1661 - 1663

Na een kort verblijf in Ouderkerk aan de Amstel verhuisde Spinoza in 1661 naar Rijnsburg, waar hij bij de chirurgijn en collegiant Herman Homan introk. Hij had er een studeervertrek en aangrenzend een werkkamer waar hij zich onder meer bezig hield met het slijpen van lenzen.

Het plaatsje bood de nodige rust en directe contacten met de aldaar gevestigde collegianten. Spinoza schreef er zijn eerste publicatie: René Descartes – Beginselen van de wijsbegeerte in meetkundige trant uiteengezet. Dit is het enige boek dat onder zijn eigen naam gepubliceerd werd.

Sinds 1899 is in het huis een biografisch museum gevestigd: Het Spinozahuis.  

Voorburg • 1663 - 1669

In Voorburg woonde Spinoza in bij de kunstschilder Daniel Tydeman. In 1633  verscheen het enige boek dat hij onder zijn eigen naam heeft uitgegeven: zijn commentaar op de Principia philosophiae Renati des Cartes van René Descartes.  

Hier werkte hij verder aan de Ethica en voltooide er zijn eerste hoofdwerk, het Theologisch Politiek Traktaat. Het boek verscheen anoniem in 1670, maar na kritiek van kerk en staat werd het in 1674 door het Hof van Holland verboden. 

Hij kwam er ook in contact met Christiaan Huygens, die vaak op de nabijgelegen buitenplaats Hofwijck verbleef. Ze voerden discussies over filosofie, wiskunde, astrologie, fysica en over het ambacht van lenzenslijpen. Huygens, onder meer ontdekker van Titan – de grootste maan van Saturnus – was geïnteresseerd in Spinoza’s verfijnde slijptechniek en kocht van hem meerdere lenzen voor zijn microscopen en telescopen. Het contact groeide niet uit tot vriendschap. In brieven aan zijn broer schreef Christiaan over ‘de Jood uit Voorburg’.

Foto: still uit de film ‘Spinoza – een vrije Denker’, 2015. Filmproducent: Robin Lutz. 

still - later
foto - web DHSPINOZASTAD 1- Wie was Spinoza 4 -gedenkplaat Den Haag

Den Haag • 1670 - 1677

Toen Spinoza vanuit Voorburg in Den Haag neerstreek huurde hij aan de Stille Veerkade 32 een kamer die voor hem al gauw te duur bleek. Hij verhuisde naar een dakkamer aan de Paviljoensgracht 72, voor fl. 80,- per jaar zonder maaltijden.

Ethica en Politiek Traktaat
Op de Paviljoensgracht voltooide Spinoza in 1675 zijn levenswerk Ethica en begon hij aan zijn derde hoofdwerk, het Politiek Traktaat. Hij correspondeerde er met binnen- en buitenlandse geestverwanten, waar onder Ehrenfried Walther von Tschirnhaus, Robert Boyle, Henry Oldenburg en Johannes Hudde. In 1676 ontving Spinoza de jonge filosoof en wiskundige Gottfried Wilhelm Leibniz aan huis.

Staatsgezind 
Spinoza schreef in een periode waarin de spanningen tussen oranjegezinden en staatsgezinden opliepen. Het Rampjaar 1672 bracht het dieptepunt. Toen de gebroeders Johan en Cornelis de Witt op 20 augustus door een oranjegezinde menigte gelyncht werden, was Spinoza razend op de bloeddorstige ‘barbaren’. Hij wilde een plakkaat aan de Gevangenpoort bevestigen, met de tekst ‘Ultimi Barbarorum!’. Maar zijn huisbaas hield hem tegen, om te voorkomen dat mogelijk ook de staatsgezinde Spinoza vermoord zou worden.    

Spinozas-sterfhuis-aan-de-Paviljoensgracht-768x1096

Spinoza’s nalatenschap
Spinoza leefde sober. Naast zijn filosofische werkzaamheden bleef hij lenzen slijpen voor telescopen en microscopen. Financiële steun vanuit zijn netwerk sloeg hij merendeel af. Bij zijn overlijden (21 februari 1677) liet hij o.a. na: een kast met 160 boeken, een bed met dekens, lakens en kussens, 2 paar schoenen, 2 zwarte hoeden, een ‘Lakense en een Turxe rock’, een schaakspel, een kist en een oude koffer. We weten dit dankzij de inventarislijst die notaris Van den Hove opmaakte voor de veiling. Hierop worden ook een lenzenslijpmolen en bijbehorend gereedschap vermeld en verder enige telescopen, alsmede glas voor lenzen en buizen gemaakt van dun plaatstaal om de lenzen in te monteren.
Spinoza’s zuster Rebecca kwam vanuit Amsterdam naar Den Haag om de erfenis te aanvaarden, maar toen bleek dat haar broer schulden had nagelaten, zag zij ervan af. Uiteindelijk konden de schulden worden betaald uit de opbrengsten van de veiling. Voordat deze plaatsvond, waren Spinoza’s manuscripten door zijn vrienden al overgebracht naar uitgever Jan Rieuwertsz. in Amsterdam. Snel daar-na werd de Opera Posthuma uitgegeven, onder meer met de voltooide Ethica en het onvoltooide Politiek Traktaat.